top of page

"God is getrouw ..."

1Kor.1:9

Gebed om Herleving

"God is getrouw ..."

1Kor.1:9

Gebed om Herleving

"... Die het ook doen zal"

1Thess. 5:24

Geschiedenis / Europa / Wales / Opwekking 1904-05

 

 

Opwekking in Wales 1904-05

 

In dit artikel willen wij aandacht geven aan de Welse opwekking van 1904-05. Op vele plaatsen in Wales vinden dit jaar [2004] bijeenkomsten plaats om te gedenken hoe de Heere 100 jaar geleden op machtige wijze dit land heeft bezocht. De vruchten waren in verreweg de meeste gevallen blijvend. De ‘children of the revival’ (dwz. zij die in de opwekking tot bekering zijn gekomen) zijn in de 20e eeuw de steunpilaren van de kerk geweest.

Tijdens onze bezoeken in Wales is telkens weer opgevallen hoe oudere christenen (ook predikanten) getuigden van de zegen, die ze hebben ontvangen van degenen die toen tot bekering kwamen. Alleen al hun gebeden waren onvergetelijk, zo levend en krachtig, doordringend tot in Gods tegenwoordigheid. We hoorden een man getuigen, dat hij nimmer kon vergeten hoe zijn oma uit de Bijbel voorlas: dan werd de kamer vervuld met Gods aanwezigheid. Oma had de 1904-opwekking meegemaakt! Geliefde lezer, wat kennen wij daarvan?

Doch niet alleen voor Wales, maar voor de hele wereld heeft deze opwekking zegenrijke gevolgen gehad. En ook voor Nederland! In begin 1904 ging Johannes de Heer met enkele predikanten naar Zuid-Wales om dit bijzondere werk Gods van nabij te zien. De zegen die hij ontving, was zo groot en krachtig dat zijn leven er geheel door veranderde. De Joh. de Heer zangbundel is één van de blijvende vruchten. Inmiddels zijn er meer dan 1 miljoen van verkocht! En hoe verdeeld kerkelijk Nederland ook mag zijn, in talloze huisgezinnen en kerken is deze bundel tot een eeuwige zegen geworden. Terwijl in Nederland een aantal kerken door Gods Geest werden aangeraakt, is er toch geen grote opwekking ontstaan. Maar dit geschiedde in andere landen wel.

Dr. Noel Gibbard in zijn recente boek On the Wings of the Dove, en dr. Edwin Orr al eerder in The Flaming Tongue, hebben aangetoond hoe het opwekkingsvuur van Gods Geest vanuit Wales zich over de gehele wereld heeft verspreid: naar Engeland, Schotland, Noord-Ierland, Noorwegen, Noord- en Zuid-Amerika, Afrika, India, China, Korea en Australië. Er is waarschijnlijk geen opwekking geweest die in enkele jaren tijd zoveel verandering en zegen heeft aangebracht als de 1904-05 opwekking in Wales.

 

Dit alles wil niet zeggen dat er geen dingen mis zijn gegaan. Evenals tijdens de Reformatie, en tijdens andere opwekkingen, is ook hier gebleken, dat de Heere van gebrekkige menselijke vaten gebruik maakt. Ja, hoe schittert hier de genade van God, Die Zijn kracht in onze zwakheid volbrengt.

Bovendien was het niet alleen een beweging rond Evan Roberts. Al in begin 1904 ontstond er een kleine herleving in West-Wales, vanuit de gemeente van ds. Jenkins in New Quay. In Noord-Wales kwam ds. J.T. Job hiermee in aanraking, en hij bad al maanden om herleving, toen Evan Roberts zijn dienst begon. Ook op andere plaatsen was er een beweging van de Geest te bemerken, totdat uiteindelijk God Zijn volk bezocht door het hele land heen. De aloude boodschap van het Kruis klonk weer van vele kansels.

Talrijke predikanten van over de gehele wereld hebben Wales bezocht om te onderzoeken of dit werk wel uit God was, zoals dr. G. Campbell Morgan uit de Westminster Chapel in Londen, die na zijn dood opgevolgd werd door niemand minder dan dr. Martyn Lloyd-Jones. Hij kwam, met vele anderen, diep onder de indruk, en maakte deze conclusie: “Ik zeg ... zonder enige aarzeling, dat dit werk uit God is” (blz. 13).

Mogen wij allen aangeraakt worden door dezelfde God, Die 100 jaar geleden dit heerlijke werk tot stand bracht. O Heere, Gij zijt Dezelfde. “Het is tijd voor de Heere dat Hij werke, want zij hebben Uw wet verbroken.” O Heere, schenk een herleving en begin bij mij!

J.J.P.

 

 

Opwekking in Wales

 

“Het is het jaar 1904. Heel Wales is in rep en roer. Het volk is ver van God afgedwaald en een geweldig geestelijk verval is ingetreden. Kerkdiensten worden slecht bijgewoond en zondige praktijken en zedelijk en moreel verval zijn aan de orde van de dag. En toen, plotseling, zoals een machtige tornado, beweegt de Geest van God door het hele land. Meteen is de kerk volgepakt. Zoveel mensen stromen naar de dienst dat velen moeten worden teruggestuurd. Diensten duren van tien uur ’s ochtends tot twaalf uur in de nacht! (...)

Godloochenaars komen krachtdadig tot bekering. Dronkaards, dieven en dobbelaars worden gered en duizenden komen tot zonde-overtuiging en belijdenis. De verschrikkelijkste zonden worden beleden; oude schulden worden vereffend. De theaters krijgen geen bezoek meer en moeten sluiten. Binnen de tijd van vijf weken sluiten 20.000 mensen zich bij de kerk aan.”

 

Herlewing! Die Heerlikheid van God, dr. Francois Carr

 

 

Dit wonderlijke werk van God brak op verschillende plaatsen door, zoals in het ‘Voorwoord’ is opgemerkt. Maar het is wel duidelijk, dat de bediening van Evan Roberts op een bijzondere wijze door God is gebruikt om de opwekking te doen uitbreken.

 

 

Wie was Evan Roberts?

 

“Wie was Evan Roberts? Hij was op 8 juni 1878 geboren, dus 26 jaar oud toen hij zijn werk als evangelist begon. Zijn vader was mijnwerker in de Broadoak Colliery, een kolenmijn vlakbij het ouderlijk huis even buiten Loughor, een plaatsje bij de zuidkust even ten westen van Swansea. Hij was van jongsaf een ernstige jongen die bezig was met eeuwige dingen. Nadat hij vanaf zijn negende jaar enige tijd in een kolenmijn had gewerkt, portier werd bij dezelfde mijn en ook het smidsvak leerde, rijpte bij hem het verlangen om Gods Koninkrijk te mogen dienen. Hij ging voor voorbereidend onderwijs naar Newcastle Emlyn [in sept. 1904], vóórdat hij naar het college van de Calvinistic Methodists in Trevecka zou verhuizen. (...)

 

De jonge Evan was al vroeg een man des gebeds. Zijn stille tijd duurde vaak uren. Ook was hij leergierig; behalve de Bijbel als zijn dagelijkse metgezel, las hij de Christenreis van Bunyan, de ‘Christian Instructor’ van Thomas Charles van Bala en niet te vergeten het Hymn-Book van de Calvinistic Methodists. Hij bezocht getrouw de diensten in de Moriah Chapel van Loughor. Veel gevoelige gemeenschap met God in Christus mocht hij ervaren, zelfs zo dat zijn lichaam dat nauwelijks kon dragen. Toen hij dertien jaar oud was, werd hij als lid van de gemeente toegelaten.

De predikant, Daniel Jones, merkte op dat hij iets bijzonders over zich had, wat anderen misten. Zijn bekering was niet die van Saulus op weg naar Damascus, maar een geleidelijk overgaan van de dood tot het leven. De Geest van God leidde hem aan zeer stille wateren en vertroostte hem met het levende water vanuit de hemelse fonteinen. Zijn liefde tot de Zaligmaker was intens en diep, maar toch miste hij voor zijn eigen waarneming iets. Dat was de vervulling met de Heilige Geest. Hij miste het aangegord worden met de kracht van Boven. Hij vond dat hij niet genoeg deed voor zijn Heiland en het was zijn begeerte om zich geheel aan Hem toe te wijden. De zonden in zijn gemoed benauwden en bedroefden hem. Het was zijn verlangen om toe te nemen in heiliging van hart en leven, om zich zo als een dankoffer geheel en al aan Christus op te offeren.

De jaren die verliepen tussen zijn dertiende en vijfentwintigste jaar, waren jaren van grote innerlijke strijd. Vooral in die tijd werd hij door de Geest voorbereid en toegerust voor de taak die voor hem was weggelegd. Hij leerde zichzelf verloochenen en wegcijferen; hij leerde wat ootmoed en verbrokenheid is. De genade werd in deze weg meer overvloedig over hem. Vanuit de diepte van de kennis van zijn zonden kwam hij tot de hoogten van Gods overwinnende genade door Christus. Het was Zijn opstandingskracht die hem toerustte en door deze kracht was hij meer dan overwinnaar. (...)”

 

In okt. 1904 bezocht Evan met enkele jongeren in Blaenannerch een conferentie, waar Seth Joshua één van de sprekers was.

 

“Nu was de tijd aangebroken dat het kooltje van het altaar voor hem werd aangestoken. Joshua sprak met veel zalving. Veel indruk op Roberts maakte diens gebed aan het eind van de dienst. Hij vroeg de Heere dingen te doen en zei toen: ‘Heere, buig ons.’ Dit was teveel voor Roberts: ‘Heere, buig ons’, ‘Lord, bend us.’ Buigen voor de Heere, dit was nodig voor de opwekking!

‘Buig mij Heere!’ zo riep hij uit. Zo worstelde Evan Roberts met de Heere, zoals Jakob eenmaal deed bij de beek Jabbok. ‘Ik laat U niet los, tenzij Gij mij zegent!’

Maar het vuur daalde niet neer op het altaar. Toen bewoog de Heere tijdens een gebedssamenkomst de vergadering met grote kracht. Evan bad vurig, eerst in stilte en toen in het openbaar. Terwijl de tranen over zijn gezicht liepen, riep hij uit: ‘Buig mij, buig mij, buig mij, buig ons.’ Toen werd de Geest van God vaardig over hem en vervulde zijn hart met Zijn liefde. Hij werd vervuld met het Evangelie van het Kruis. Dit was de boodschap die hij moest brengen: Vrede door het bloed des kruises. Golgotha moest het centrum worden van de opwekking. De Borg, Die met uitgebreide armen aan het vloekhout hing, is het enige Geneesmiddel voor de zonde van de wereld.

Jessie Penn Lewis merkt hierover op: ‘De Heilige Geest was gekomen en had zijn gehele wezen versmolten door een openbaring van de liefde van God op Golgotha, want “God bevestigt Zijn liefde jegens ons dat Christus voor ons gestorven is.” ’

 

Tien jaar lang had Roberts gebeden om een krachtige uitstorting van de Geest in het land. Nu werd hij des te meer vervuld van een onverzadelijke begeerte naar de bekering van verloren zondaren. ‘In het vervolg’, zo zei hij, ‘werd de zaligheid van zielen een last op mijn hart...’

Met zeven anderen werd een plan beraamd om door Wales te gaan en Evan stelde voor om alle kosten te dragen. Zij besloten zich aan de Heere over te geven en overal van Zijn liefde en genade te getuigen. (...)”

 

Evan keerde op 31 okt. 1904 naar Loughor terug om te getuigen van wat hij in West-Wales had meegemaakt. En al spoedig brak Gods Geest met grote kracht door in de Moriah Chapel.

 

“Inmiddels was bekend geworden wat voor grote dingen de Heere in Loughor gedaan had. In de ‘Western Mail’ had een kort artikel gestaan, waarin gewag gemaakt werd van een ‘opmerkelijke godsdienstige opwekking’ in Loughor. Predikanten uit de omgeving werden nieuwsgierig en gingen poolshoogte nemen. Op 11 november was Moriah afgeladen. Het was een aandoenlijk schouwspel: de vele zielen die handenwringend worstelden om hun behoud. Velen lagen hulpeloos neer om zich voor God te verootmoedigen vanwege hun zondig bestaan. Het geroep van sommigen kon buiten gehoord worden. In de bank van de diakenen keek Roberts toe. Tranen stroomden uit zijn ogen. Ook hij worstelde in het gebed voor de verloren zielen. De predikanten die aanwezig waren keken verbaasd toe en wisten niet wat zij moesten zeggen. (...)

 

Het was voor Loughor een nieuw Pinksteren geworden. Iedereen sprak erover. De stations waren vol reizigers op weg naar deze onbetekenende plaats. In het huis van de familie Roberts gebeurden ook wonderen. Zo gebeurde het in veel huisgezinnen. De Heere werkte onder jong en oud, maar vooral onder de jeugd.

De huissamenkomsten werden druk bezocht. De liederen van verlossing en genade werden op de straten gehoord. De cafés waren leeg en de politie had niets meer te doen. Bijna iedereen sprak over de dingen van Gods koninkrijk. De Heere had Zijn heerlijkheid geopenbaard in het midden van de gemeente. Sions kudde was begunstigd met de overvloed van Zijn genade.”

 

De heerlijkheid van Libanon, L.J. van Valen

De Dauw

 

 

Een golf van opwekking over geheel Wales

 

“Het is merkwaardig te ontdekken, hoe de Geest Gods op plaatsen in Wales, ver van elkander verwijderd, op dezelfde tijd werkte en hoe de droppelen van zegen tot stromen werden in november 1904 en er als ’t ware een vloedgolf over het land rolde. (...)

Op dezelfde dag, dat Gods Geest door de dienst van Evan Roberts in Loughor doorbrak, begonnen de samenkomsten in Rhos [Noord-Wales]. (...) Gedurende de eerste week waren zij voor gelovigen bestemd, die vermaand werden de hindernissen uit hun leven weg te doen, tot volle overgave aan Christus te komen en de Heilige Geest te ontvangen. Aan het einde van de week beleden arbeiders in Gods wijngaard hun krachteloosheid, anderen hun gebrek aan heilsverzekerdheid en 70 gelovigen stonden op en gingen naar de consistorie, ten teken van hun volle overgave aan Christus. Daarna openden zich de sluizen des hemels en werd de Geest Gods op machtige wijze uitgestort. Het bezoek nam toe, totdat er geen plaats meer was. Duizenden waren verlangend, aan de samenkomsten deel te nemen. De opwekking was gekomen.

Een nieuwsblad uit Wrexham berichtte, vier weken na het vertrek van ds. R.B. Jones, dat ‘het gehele district in de greep van een buitengewoon geestelijke kracht was, die geen teken van verzwakking toonde’. (...) Van ’s morgens tien tot ’s middags zes uur duurden sommige bijeenkomsten. De eenvoudigste mensen kon men vurig horen bidden, wat alle aanwezigen ontroerde. De opwekking was het thema van het gesprek geworden: op straat, in trein en autobus, ja zelfs in cafés. (...)

Zeer veel mensen bezochten de stad. De bidstonden, die driemaal daags gehouden werden, werden door scharen van mensen bezocht, terwijl in iedere samenkomst zielen tot de Heiland kwamen. (...)

Zo had de Almachtige in Zijn genade op overstelpende wijze het kleine graafschap Wales met Zijn heil bezocht. Men schatte het aantal bekeerden, twee maanden, nadat de opwekking begon, dus in december 1904 op 70.000, welk getal aan het einde van maart 1905 tot 85.000 was gestegen. Een machtige vloedgolf van het leven des Geestes was in enkele maanden door de dalen, dorpen, steden, door harten, huizen en kerken gestroomd.”

 

Geestelijke Opwekkingen in onze eeuw, J.W. van Zeijl

 

Uiteindelijk zijn meer dan 100.000 mensen tot bekering gebracht, waaronder vele jongeren, en ook velen die zwaar in de zonde hadden geleefd. Dezen gaven met vrijmoedigheid getuigenis van wat de Heere aan hun ziel had gedaan. Mede hierdoor kreeg de opwekking een heel eigen karakter.

 

 

Uit een preek van dr. Campbell Morgan

 

Gehouden in de Westminster Chapel , Londen, op zondagavond, 25 december 1904.

 

‘Want dezen zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst de derde ure van de dag. Maar dit is het, wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen; en ook op Mijn dienstknechten en op Mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten, en zij zullen profeteren’ (Hand. 2:15-18).

 

Ik heb deze woorden niet als tekst voorgelezen, maar als een inleiding op wat ik verlang te zeggen, als God mij zal helpen, aangaande de meest recente openbaring van de Kracht van Pinksteren. Ik verwijs naar het grote werk Gods dat in deze tijd in Wales voortgang vindt. (...) Ik wens nu op de eenvoudigste wijze tot u te spreken over wat mijn eigen ogen hebben gezien, mijn eigen oren gehoord en mijn eigen hart gevoeld. Ik doe dit opdat wij uiteindelijk zullen vragen: Wat zijn de lessen die God ons wil leren in deze dag van Zijn bezoeking?

Evan Roberts is nauwelijks meer dan een jongen, eenvoudig en natuurlijk, geen redenaar, geen leider van mensen. (...) Ik aarzel niet te zeggen dat God Zijn hand op deze knaap heeft gelegd, die schoon is in eenvoudigheid, geordineerd in zijn toewijding, en al de kwaliteiten mist waarnaar wij hebben gekeken in predikers en profeten en leiders. Hij heeft hem op de voorgrond van deze beweging geplaatst, zodat de wereld kan zien dat Hij hetgeen niets is, uitverkiest, opdat Hij hetgeen iets is, teniet zou maken, het zwakke der wereld, opdat Hij het sterke zou beschamen; een man die al de essentiële kwaliteiten mist, waarvan wij zeggen dat ze pleiten voor grootheid, teneinde Hij door hem in eenvoud en kracht mag voortgaan tot overwinning. (...)

Ik stond verwonderd en verbaasd te luisteren toen die gemeente op die avond lied na lied zong, lange liederen, helemaal gezongen zonder liedboeken. O, ziet u het niet? De zondagsschool ontvangt nu haar oogst. Het gezins-altaar [de huisgodsdienst] ontvangt nu zijn oogst. Het leren van liederen en de Bijbel temidden van die Welse heuvels en valleien ontvangt nu zijn oogst. (...) 

Ik zeg vandaag tot u, geliefden, zonder enige aarzeling, dat dit werk uit God is, dat het een bezoeking is waarin Hij mensen bewust maakt van Zichzelf, zonder enig menselijk toedoen. De opwekking is veel verder verspreid dan de vuurzone, waar de bijeenkomsten daadwerkelijk worden gehouden, en waar u de brandende vlam gevoelt. Maar zelfs wanneer u er buiten komt, en een trein ingaat, of een winkel, een bank, waar ook maar, de mensen spreken overal over God. Of zij gehoorzamen of niet is een andere zaak. Er zijn duizenden die niet hebben gezwicht voor de aandrang van God, maar God heeft Wales in deze dagen een nieuwe overtuiging en bewustheid van Zichzelf gegeven. Dat is de diepe waarheid, die hier ten grondslag ligt. (...)

De Kerk van God heeft nodig zichzelf ertoe te zetten dingen voor God uit de weg te krijgen. Ik waardeer de bijna verbijsterde blik op sommige van uw gezichten. Welke dingen? Ik weet het niet. Alle dingen die Hem in de weg staan: Uw gewoonte waarvan u weet dat zij onheilig is; uw methode van zakendoen die het licht van de dag niet zal verdragen; uw hart dat een kerklid niet vergeeft. O, God, vergeef mij dat ik iets noem! U weet het, u weet het. Ze staan God in de weg, deze dingen. Ze moeten uitgezuiverd worden. (...)

O, als er iets is, wij moeten toebereid zijn om alles voor God weg te ruimen om een verheven baan te hebben. Dat is de houding die de kerk bereid moet zijn in te nemen. (...) Wij hebben nodig om op Hem te wachten in ernstig, voortdurend gebed. O, broeders, zusters, bidt, bidt slechts: bidt in het verborgen, bidt tezamen; en bidt uit een besef van Londens zonde en smart. Het is zo gemakkelijk om met deze dingen vertrouwd te zijn, totdat zij hun kracht hebben verloren om ons te raken.

O, de zonde en de smart van Londen! Moge God het op onze harten leggen als een last. En laten wij uit die zielsworsteling beginnen te bidden, en voorwaarts gaan, op het ogenblik dat Hij de deur opent, en de weg aanwijst. Ik verwacht niet – en in het bijzonder zeg ik dit tot jonge Christenen – ik verwacht niet precies dezelfde soort van openbaring [als in Wales]. God openbaart Zichzelf altijd door het natuurlijke temperament, en u kunt in Londen nooit het poëtische vuur en de dichterlijke gloed hebben van een Keltische opwekking. Maar u kunt een strenge, strikte, heerlijke toewijding hebben, en gevolgen die uw eigen nationaliteit karakteriseren. Zijn wij gereed voor God?

Ik gevoel dat ik mij moet verontschuldigen voor deze gebroken toespraak. Ik heb vanuit mijn hart gesproken. Ik heb getracht om over vuur te spreken dat niet beschreven kan worden. Ik heb getracht te spreken uit het geweldige besef dat God daar is, en ik spreek uit het verlangen dat ik niet kan uitdrukken – dat ergens, op zekere tijd, op zekere wijze, Hij Zijn hand moge uitsteken, en deze stad schudden tot zaligheid van mensen.”

 

 

Diverse andere getuigenissen

 

Ds. G. Penar Griffiths, Siloam Congregationalistische Kerk te Pentre, Swansea:

 

“Ik moet belijden dat ik verwonderd ben over de grote en heerlijke verandering die in zulk een korte periode gekomen is over mijn dierbare oude land en natie, want een verándering is het, en deze brengt de Goddelijke Hand teweeg. Enige tijd lang hield ik een waakzaam oog, en gevoelde mij eerder twijfelachtig over de spontaniteit van de beweging; en eerst toen ik twee uur in één van de meest inspirerende bijeenkomsten te Gorseinon had doorgebracht, kwam ik tot de overtuiging dat zij van boven was. Ik bracht nog vier uur langer in die wonderlijke bijeenkomst door, en verliet om één uur ’s ochtends de kapel en de menigte, om nooit meer voor een minuut in twijfel te trekken, Wie dit vuur in het hart van mijn geliefde volk had ontstoken. Goddelijk! Ja, gelijk de regenboog in de Openbaring.

 

Denk met mij over de gevolgen na:

1. Algemene aspecten. We hebben veel en veel meer rust in onze straten, huizen, op ons werk en in de openbare plaatsen. De taal van het volk is zeer verbeterd. Vergeleken met waaraan wij gewoon waren, horen wij zelden vuile taal waar een paar weken geleden niets dan de vuilste werd gehoord. Een geest van oprechtheid en grote ernst heeft het volk in beslag genomen, alsof zij zich tenslotte het belang van het leven hadden gerealiseerd. (...)

2. Christelijke geest. Hierin zijn wij getuige geweest van dingen die wonderen van genade zijn. Ik ken persoonlijk mensen die gezworen vijanden waren, en dat vele jaren lang, die vol gebed neerzaten om brieven te schrijven waarin zij elkanders vergeving zochten. Vijanden hebben elkaar in openbare diensten omhelsd. Mensen herinnerden zich hun oude schulden aan winkeliers, en haastten zich om ze te betalen. In de kolenmijn en op de markt brandt de koortshitte van wereldsgezindheid niet langer meer op het voorhoofd. Strenge meesters praten tegen hun werkmannen, en behandelen ze vriendelijker. Het geweten doet zichzelf meer beslist gelden in kapitaal en arbeid.

3. Bekeringen. Door ons hele land heen wordt het nieuws verspreid van honderden bij honderden die zalig worden. De tonelen waarvan wij getuige zijn geweest, overtreffen alle beschrijving.

4. Kerkelijk leven. Hier is de invloed net zo sterk, om het minste te zeggen. Mensen stromen naar de kapellen toe, op zondag en doordeweekse dagen.”

 

 

Ds. J. Morgan, Brynseion Calvinistisch-Methodistische Kerk, Trecynon, Aberdare:

 

“Ik zou graag willen stellen dat alle denominaties zichzelf hartelijk in de beweging hebben geworpen, en helemaal het zicht hebben verloren op onze verschillen, in het ene grote doel om zielen voor Christus te winnen. De opwekking heeft het gehele karakter van de stad en haar omstreken veranderd. De kerken zijn verzadigd geworden door de invloed van de Heilige Geest. De kroegen worden niet meer bezocht, de voetbalteams zijn in de steek gelaten, de biljarttafel wordt genegeerd, het dobbelen is opgegeven, vuile literatuur weggedaan, boeken over hypnotisme en scepticisme zijn verbrand, vuile taal horen we niet, gebedsbijeenkomsten worden dag en nacht gehouden onder de kolenmijnwerkers van het district.”

 

 

H.S. Hallman, uit de ‘Gospel Banner’:

 

“God werkt nu in machtige kracht in andere plaatsen. Bij een bijeenkomst te Ystradgynlais was het gebouw dat 1500 mensen kan bevatten, volgepakt. Vele mensen snikten, en zelfs de sterkste mannen waren niet in staat hun tranen te bedwingen.

Een predikant bad met grote intensiteit, en verwees toen naar vorige verschillen tussen hemzelf en twee andere predikanten. Zij hadden in de kranten tegen elkaar geschreven, maar nu zouden zij elkaar de hand geven, tot heerlijkheid van God. De drie predikanten stonden op de preekstoel, en schudden elkaar de hand voor de ogen van het volk.

Men zei dat de blijdschap die er heerste, de beschrijving te boven ging. (...) O, Geest van versmelting – kom over ons! (...)

Wij hebben alreeds verwezen naar de uitwerking van de opwekking in de Colleges van Wales. Professor Ellis Edwards uit Bala zegt, betreffende de studenten in het Bala College, dat, zo hij óóit de onderwerpende, versmeltende, vernederende, veredelende gevolgen van Goddelijke kracht had gezien, hij ze nú zag. Hij spreekt over de nederigheid, liefde en toegenegenheid, tederheid en het verlangen om anderen te helpen, waarvan men onder zijn studenten getuige kan zijn, en vertelt hoe er, na slechts een paar gebedsbijeenkomsten, belijdenis kwam van gebreken en zonden, en mensen als kinderen werden, toen zij God aanriepen om hulp, en met vertrouwen op Christus zochten te zien.”

 

 

Verklaring van Lady Henry Somerset:

 

“Het is de wonderlijke levendige realisatie van het eenvoudige werk van de Geest, Die gelijk de Goddelijke adem geblazen heeft door de valleien van Zuid-Wales. (...) Er is geen orde van de dienst, geen officieel koor, alleen het losbarsten van de wonderlijke Welse melodieën, geen liedboeken – de woorden zijn geschreven in de harten van de aanbidders.

De kleine gewitte kapellen weergalmen van zang, een zang, voortreffelijk in haar harmonie, plechtig als de dood, en toch zo jubelend als een engelenkoor. Dan stilte, gebeden, zacht snikken vanuit gebroken harten, erkentenis, belijdenis van geloof, de gehele wonderlijke omvang van wat de ziel kan bevinden – alles spontaan, met geen vaste uitwerking, dan alleen de grootste van alle: de werkelijkheid van menselijke nood en van Goddelijke kracht.

Geen wonder dat Wales is geschud als nimmer tevoren sinds de grote godsdienstige opwekking anderhalve eeuw geleden! Geen wonder dat de drinkhuizen leeg zijn, dat als de rondreizende rechters rechtszittingen houden, er geen misdaad is! Overal gevoelt u, als u zich verplaatst, een grote heilige stilte alsof Christus wandelde over de bergen, en in de mijnbouwsteden, en door de valleien, temidden van de hard werkende zonen en dochteren, wier ogen geopend zijn om Hem te zien, toen Hij bij hen langs kwam.”

 

De 1904 opwekking van Wales was zeer onstuimig in de aanvang, gelijk een kolkende bergstroom. Maar de afloop was rijk van vrucht, gelijk de rivier uiteindelijk rustig door de vlakten stroomt en daar tot groot nut is voor de omgeving. Tijden van opwekking zijn vol van leven en kracht, en daarom is het vanzelfsprekend, dat er meer mis kan gaan, dan wanneer de stilte van het graf heerst. Bovendien zijn het tijden waarin honderden, ja soms duizenden zielen uit het rijk der duisternis worden weggetrokken, en het is duidelijk dat de satan alles op alles zet om een ware herleving in een vals daglicht te stellen. Verder leefden er in het begin van de 20e eeuw geen mannen meer als Jonathan Edwards, John Elias en Asahel Nettleton, waardoor de opwekking niet zulk een sturing kreeg als wenselijk was. Ja, het waren veelal jongeren, die op de voorgrond traden – vol van vuur, maar met weinig ervaring. Laat ons leren van wat verkeerd ging, en verlangend uitzien naar een krachtig ingrijpen Gods in onze dagen, waarin de ongerechtigheid steeds meer toeneemt. O, Heere, ontferm U over ons, om Christus’ wil alleen.

 

 

bottom of page